James Wilson noemt Santenay en Marange in zijn boek Terroir uit 1998 “confusion corner”. Santenay is bestuurlijk het laatste dorp van de Cote d’Or en qua wijn het een na laatste van de Cote de Beaune. Na Santenay komt namelijk nog Maranges, dat bestuurlijk echter bij Saone et Loire hoort. Santenay en Maranges vertonen geologisch weer meer verwantschap met de Cote de Nuits dan met de Cote de Beaune; de bodem bevat hier meer ijzerhoudende klei; in Santenay en Maranges is dus vooral Pinot Noir aangeplant. Er was hier echter ook ooit een gletcher. Op de stenige bodem die daar van over is, is Chardonnay aangeplant.
Toen de Bourgogne nog meer van de negociants dan van de domaines was, werd de stevige Pinot Noir uit Santenay en Maranges gebruikt om structuur te geven aan de wijnen van de negociants. Vincent Girardin is begonnen in Santenay! Toen in de rest van de Cote d’Or domaines steeds meer hun eigen wijnen gingen bottelen, bleven de vignerons van Santenay en Maranges echter achter. De laatste tien jaar komt hier verandering in. Je ziet steeds meer interessante Santenay mis en bouteille a la propriete en inmiddels ook Maranges.
Bachey Legros in Santenay was lang een domein met een aantal zeer goede wijngaarden met oude stokken dat het potentieel niet volledig benutte. De meeste druiven werden verkocht aan negociants in Beaune. Met de komst van een nieuwe generatie (Samuel en Lenaic; de laatste heeft stage gelopen bij Vincent Bouzereau) is dit aan het veranderen. Bachey Legros is door Decanter op de lijst Domaines to watch gezet en de Pinots uit Santenay, Maranges en Chasssagne en de Chardonnay uit Chassagne behoren inmiddels tot de besten van deze appellaties. Het geheim achter dit succes: lagere rendementen, strengere selectie.
Les Charmes ligt in de zuidpunt van de appellatie Santenay. De bodem bevat hier wat meer ijzer. Zoals alle wijnen die charmes heten is dit een verleidelijke zijdezachte pinot noir.