“Clos Rousseau would be much more famous if it were located in Vosne-Romanée or Gevrey-Chambertin rather than Santenay, such is the quality of the wines from this Premier Cru.” (Tim Atkin)
James Wilson noemt Santenay en Marange in zijn boek Terroir uit 1998 “confusion corner”. Santenay is bestuurlijk het laatste dorp van de Cote d’Or en qua wijn het één na laatste van de Cote de Beaune. Na Santenay komt namelijk nog Maranges, dat bestuurlijk echter bij Saone et Loire hoort. Santenay en Maranges vertonen geologisch weer meer verwantschap met de Cote de Nuits dan met de Cote de Beaune; de bodem bevat hier meer ijzerhoudende klei; in Santenay en Maranges is dus vooral pinot noir aangeplant. Er was hier echter ook ooit een gletsjer. Op de stenige bodem die daar van over is, is chardonnay aangeplant.
Uit Santenay en Maranges komen heden ten dage wijnen met een zeer goede prijs/kwaliteit verhouding.
Bachey Legros in Santenay heeft prachtige oude wijngaarden. De nieuwe generatie (Samuel en Lenaic) bottelt zelf. En met succes!
Bachey Legros werd in 2017 door vaktijdschrift Bourgogne aujourd’hui genomineerd als Producteur de l’annee. Decanter heeft het domein op de lijst Domaines to watch gezet. De pinots uit Santenay, Marranges en Chasssagne en de chardonnay’s uit Chassagne en Santenay behoren inmiddels tot de besten van deze appellaties. Het geheim achter dit succes: lagere rendementen, strengere selectie. Voor de witte wijnen kiezen de broers nu voor een wat meer reductieve, zuurstofarme manier van wijn maken. Dit accentueert het vuursteen-achtige karakter van Chassagne. De rode wijnen komen van zulke oude stukken dat het devies minimaliste is, de druiven helpen nauwelijks hulp nodig om te worden tot bijzondere wijnen.
De Clos Rousseau is ligt aan de zuidpunt van Santenay, waar de kalkstenen ondergrond wordt bedekt door een laag rode klei. Dit zorgt voor stevige, maar in handen van Samuel en Lenaic toch ook verfijnde wijnen. Bachey Legros bezit drie percelen, een perceel in Les Fourneaux met stokken uit 1914, eentje in Le Grand Clos, met stokken uit 1980 en een in Le Petit Clos met stokken uit 1955. Aroma’s van zwarte kersen, vanille, peper. Mooie tannines. 94 punten Decanter.