Valtellina, Sondrio, Lombardia
Wijngebied Valtellina, grenzend met Zwitserland is een verborgen parel die schuilgaat tussen een aantal giganten in Italiaans wijnlandschap. Ten westen is het beroemde Piëmonte met fameuze dorpjes als Barolo en Barbaresco. Direct ten oosten ligt Trentino-Alto Adige en daar voorbij wijnreuzen als Verona (Valpolicella, Prosecco) en Friuli (pinot grigio). Lombardije’s Valtellina (890 ha) is nationaal de twee na grootste bron van nebbiolo (814 ha) achter Barolo (2.149 ha). Barbaresco‘s nebbiolo productie (763 ha) staat daarmee op een derde plaats. De reden dat dit gebied minder bekendheid geniet is te wijten aan het versplinterde wijngaardareaal. Valtellina is een smalle vallei waar de voet van de Italiaanse en Zwitserse Alpen de wijngaarden samenknijpt met hulp van de Adda rivier in het dal. Praktisch alle wijngaarden zijn terrassen en staan op hellingen met flinke hoogte (300 tot 800 meter). Er zijn maar liefst 894 druiventelers waarvan er maar 54 hun eigen wijn maken en bottelen! Slechts 1% van de wijngaardeigenaren heeft 3 hectare of meer. Met een dergelijk verhouding is het logisch dat alle boertjes hun fruit naar de coöperatie brengen, wat vaak de kwaliteit en identiteit van een wijngebied niet ten goede komt. Valtellina‘s obscure status heeft echter niet van doen met zijn historie, sinds de Romeinse tijd staan hier al wijnstokken in de grond!
Nebbiolo
Nebbiolo staat bekend als de koning van Italiaanse druivenrassen. Het is een eeuwenoud ras, de eerste documentatie stamt uit 1266. Het is een extreem laat rijpend ras en in de herfstdagen trekken grote mistvelden door de rollende heuvels van Piëmonte. Het is niet onomstreden maar het lijkt alsof de naam is afgeleid van ‘nebbia’ wat mist betekent in lokaal dialect. Het heeft een aantal unieke eigenschappen; aromatisch complex, indrukwekkende zuren en een dunne ‘goed gevulde’ schil met zeer fijne maar intense tannine. Zowel tannine als zuren dienen getemd en ‘geaccommodeerd’ te worden om echt succesvol te zijn. Deze extreme eigenschappen zijn tegelijktijdig ook nebbiolo‘s kracht, het rijpingspotentieel is extreem lang mede door zijn woeste zuren en tannine.
In Valtellina wordt nebbiolo liever chiavennasca genoemd, vernoemd naar een klein stadje Chiavenna. En hier op de steile hellingen rondom Sondrio krijgt de druif een eigen karakter, zeker na eeuwenlange ‘afzondering’ en adaptatie aan het terroir. Zo is het lichter in body en kracht (zelfs in de superieure Valtellina DOCG) vergeleken met Barolo maar kan tot aromatisch grote hoogtes stijgen met o.a. herkenbare aroma’s van (gedroogde) kersen, rozen, potpourri, potloodslijpsel en teer. Met leeftijd kunnen we daar wild aroma’s, truffel en leer aan toevoegen en een kleur die onmiskenbaar nebbiolo is: granaatrode kern met dakpannen-oranje randen.
La Spia
Dit wijnhuis, gelegen in het DOCG Sassella deelgebied, is eigendom van de Rigamonti familie sinds 1962. De intrigerende naam ‘La spia’, of de spion, komt vanwege een gelijknamige wijngaard. Vijf eeuwen terug veroverde de Zwiterse “Grigioni” het Valtellina- dal en gebruikte deze strategische locatie als uitzichtpunt. Vanaf hier kon men controle houden wie de vallei inkwam vanaf het Como meer. La Spia is een jong en dynamisch wijnhuis, dat de passie en zorg van vroeger combineert met technologie en innovatie van nu. Vandaag de dag heeft het domein 4.5 hectare aan wijngaarden waar zo’n 25.000 flessen van geproduceerd worden.
De subzone DOCG Sassella waar het wijnhuis en de wijngaard van La Spia zich bevindt, wordt gezien als beste van de streek. Andere zijn Valgella, Inferno, Grumello, en Maroggia. Het klimaat verschilt weinig van elkaar, de bodem heeft, alhoewel op detail vrij heterogeen, nagenoeg dezelfde samenstelling en draineert goed. Ook de expositie is gunstig met zuid-zuidoostelijke oriëntatie. Het grote verschil is dat de vallei hier in Sassella net wat wijder is. De toppen rondom en boven het dorp zijn daardoor iets vergevensgezinder en laten de zon langer schijnen in het dal. Zeer belangrijk in dit Alpine klimaat.
Alpi Retichi Bianco
Een blanc de noir van nebbiolo druiven! Geoogst van jonge stokken in DOCG-gebied van Chiuro tot Berbenno. Oogst in september alleen met de hand en in kleine kratjes. Hele cluster pneumatisch persen met hyperoxygenatie om de fenolen ‘te laten ademen’. De vrije afloopmost, gescheiden van de perswijn, begint spontaan te gisten. Daarna in acacia- en eikenhouten barriques met rijping van 7 tot 12 maanden sur lie. Fijne gisten worden in de wijn gelaten en regelmatig gebâtonneerd. Met als doel om volheid en rondheid in de wijn te bevorderen.