Domaine de Coyeux Les Cavarès Beaumes de Venise Rouge 2007

Beaumes de Venise  

Beaumes de Venise is een dorp in de Zuidelijke Rhône net ten oosten van Châteauneuf. In dit mediterraanse klimaat is de wijnbouw terug te brengen tot ver voor Christus. Er is archeologisch bewijs dat aanduidt dat hier 600 BC al wijn werd verbouwd door Griekse kolonisten. Zij namen hoogstwaarschijnlijk de muscat druif mee. In 1309 heeft Paus Clement V de cultivatie en organisatie op zich genomen om met de juiste middelen (lees geld) kwalitatieve wijnbouw op te zetten. Dit wierp zijn vruchten af en bracht dit bijzondere gebied in de Rhône onder een vergrootglas. Het was in 1943 dan ook een van de eerste dorpjes na Châteauneuf met een AOC, maar dan voor zoete wijn ´Muscat de Beaumes de Venise’. Een goede muscat uit dit dorp herken je aan een spontane nectar-achtige zoetheid, in balans met levendige en opwekkende zuren. Typerende aroma’s zijn perzik- en abrikozencompote, bloemen, honing en als je geluk hebt amandelspijs en oosterse specerijen.

In de strengste winter van de 20ste eeuw, 1956, stierf er heel veel muscat. Dankzij deze ‘reset’ opende zich een weg voor rode variëteiten zoals grenache, syrah en mourvèdre, bekend van de Côtes du Rhône-wijnen. Jaren later, in 2005 volgde de officiële appellatie voor rode wijn uit Beaumes de Venise, Cru des Côtes du Rhône. Deze wijn laten zich typeren door een wat lichtere body dan Vacqueyras en Gigondas, dankzij een iets koeler terroir. De wijnen bezitten een charmant en direct fruitprofiel van rijpe frambozen, zwarte bessen en pruimen, met tonen van leer en een zoete kruidigheid.

Domaine de Coyeux  

Domaine de Coyeux brengt keurig gecultiveerde wijngaarden, wilde bossen en spectaculaire witte kalkstenen pieken samen in dit oogverblindende mooie landschap. De uitzichten op het landgoed zijn simpelweg adembenemend. Sinds 1976 is het land uitgebreid van 7 tot 112(!) hectare van één aansluitend stuk. Van dit totale land zijn er 65 hectare wijngaarden, in conversie naar volledig bio. De productie is grofweg verdeeld over twee belangrijke stromen. Allereerst de zoete wijn Muscat de Beaumes de Venise van muscat blanc à petits grains. Als tweede rood; AOC Beaumes de Venise en kleine beetjes AOC Gigondas van grenache, syrah en mourvèdre.

De Dentelles de Montmirail (775 m) en nog lokaler Montagne de Coyeux (300 m) zorgen voor koele luchtstromen die in de zomer voor frisheid zorgen. Het contrast in temperatuur tussen dag en nacht is hierdoor groot, en brengt zo aromatischere druiven voort. De bodem stamt uit het Trias-tijdperk. Een heel typerend desintegrerend ijzerrijk kalksteen wat grote poriën voortbrengt. Deze poriën worden gevuld met klei die het winterwater uit de grond opvangen, wat in de zomer wordt vrijgegeven aan de dorstige planten in de hete zon. Het zijn natuurlijke bodems, minimaal bewerkt, waar het microbiële leven de vrije loop krijgt om de bodem organisch te verrijken. Ik weet niet of ik in dit klimaat een geschiktere bodem dan deze kan bedenken…

Trots van het domein zijn zeer oude stokken muscat van lieu-dit “La Montagne”, waar een unieke cuvée ‘ALEGRIO’ van gemaakt wordt. Domaine de Coyeux steekt in de appellatie boven de rest uit omdat alles domein gebotteld is. Veel muscat-fruit wordt gekocht door négociants, die er vervolgens een wat anoniemere wijn van maken. Wat een geweldige wijnen die direct, en op het fruit zijn gemaakt. Stuk voor stuk hebben ze een fenomenale balans, die haast spontaan en natuurlijk verworven lijkt te zijn. Het tegendeel is waar, dit is puur vaardigheid en kennis gecombineerd met traditie en technologie.

Beaumes de Venise Rouge 

Het fruit voor deze wijn komt van de typische Trias–bodem waar het domein mee gezegend is. Alleen oude stokken grenache en syrah worden gebruikt. Pre-fermentatie infusie technieken worden gebruikt om alle aromatische componenten uit de schillen te extraheren. Volledige ontsteling en een lange fermentatie op stalen tanks. Daarna gerijpt op houten fusten en demi-muids (600 L). Tonen van rijke damson-pruimen en wilde bramen, elementen van laurier en leer. Diepe aardse tonen. Daarna een zachte afdronk.